Home

De pastorij 
 

De pastorij aan het martplein op de oude dries, werd gebouw op een perceel van 2,40 are groot met 19,30 are aanpalende tuin; in 1616 “een stuck grond, groot 1 dagwand, daer ’t Curenhuys op staet, geleghen by den kerckhove.” Een tekening uit 1644 toont ons een L-vormig gebouw. Het was Lodewijk de Vrome (+ 40) die voorschreef dat iedere parochie o.m. diende te beschikken over een curtis (hofstede), d.i. een hof met woning en stallen plus vier servi of laten. Er zijn ons rekeningen bekend aan laten tijdens de 17e en 18e eeuw. Op 23 augustus 1790 werd de 30 jaar oude armmeester Alexander De Ridder aangesteld als sterfelijke laat in de plaats van Lucas Nicolay die overleden was, voor een bunder land op de Dilbeekse kouter. Historisch gezien waren laten halfvrijen, horigen die onroerend goed in gebruik hadden dat toebehoorde aan de kerk.

Volgens de kerkrekening van 1699: “Item betaelt aen mr Jan Van Aùdenrode en sijnen cnecht voor sijnen arbeÿt van gerepareert te hebben het curenhùÿs, dack xa (is enz.) XXIII Rs.” In 1767 werd op aanvraag van het kapittel van Sint-Pieter te Anderlecht een grote restauratie uitgevoerd onder de leiding van architect Egidius Culp. Ook in 1783 werden er herstellingen verricht. In 1798 werd de pastorij tot schoolhuis en woonst van onderwijzer Van Rossum ingericht. In 1799 gaf hij reeds zijn ontslag en verliet de pastorij wegens tegenwerking van de bevolking.

1866 is een zeer belangrijk jaar in de geschiedenis van dit gebouw. Dankzij de nalatenschap van ridder Zénon de Viron kon het kerkbestuur de beslissing nemen een volledige nieuwbouw op te richten. Naar datgene wij echter van hem aantreffen in documenten moet hij zeer godsdienstig, begaafd en gecultiveerd geweest zijn, met een voorliefde voor tekenkunst, bedevaarten naar verre landen rond de Middellandse zee, en een passie voor geschiedkundige boeken. Als enige zoon, eigenaar en rentenier beschikte hij waarschijnlijk over veel vrije tijd. Jean Zenon Francois Gislain Viron werd geboren te Dilbeek op 16 mei 1811 om 12 uur ’s middags op het kasteel s’ Gravenhuys als zoon van Francois Ignace Josep Viron en Thérèse Marie Henriette Gislaine de Nachtegael, beiden renteniers geboren te Brussel. Hij overleed thuis bij zijn vader op 1 november 1856 om 10 uur in de voormiddag vjfenveertig jaar vijftien dagen oud, hoogswaarschijnlijk tengevolge van thyphus opgelopen tijdens een reis van enkele maanden. Volgens de bepalingen van  zijn volledig in het Frans opgesteld holografisch testament van 8 februari 1844 verleden voor notaris Janssens te Vilvoorde ging men over tot de volgende wilsbeschikking:

 


Pastorij begin 20e eeuw